Over de inzending
Artiest: Cédric Rath
Kunstwerk: Gezicht op de haven van New York
Kunstenaar: Frederick Franck
Volledige werk en audio gecomponeerd door moi. So every instrument en geluidje that je hoort is made by me alone.
Ik was wat aan het bladeren door de werken in de online collectie van het Bonnefanten Museum en kwam toen plots hét werk tegen: Gezicht op de haven van New York door Frederick Franck. Tijdens het bestuderen van de schilderkunst kreeg ik al hele verhalen in mijn hoofd om om te zetten naar muziek. Daarvan heb ik er een gekozen en verwerkt tot een muzikaal kakofonie en compilatie. Het gaat als volgt:
Je nadert vanuit de hemel de prachtige stad New York. Het valt op dat je tijdens het dalen uit de lucht steeds dichter bij de grote haven van het metropool komt. Steeds luider hoor je het gejoel van de mensen en de arbeiders en het machinale getetter van de gereedschappen. Je zweeft door de kranen heen recht langs de schepen over het water, waarna je hoger gaat zweven. Je ziet dat er achter de haven de rest van de stad zich beweegt en de enorme wolkenkrabbers en kantoren de skyline ervan vormen. Steeds sneller vlieg je de haven uit en ga je rechtdoor naar een van de wolkenkrabbers. De glazen van de wolkenkrabbers transformeren van spiegels naar doorzichtige ramen. Je ziet steeds beter wat er zich achter de ramen afspeelt op iedere verdieping: duizenden verhalen van duizenden personen, maar een trekt je aandacht. Je besluit naar dat ene raam te gaan op de bovenste verdieping. Duidelijker wordt het dat je een man de ruimte achter het raam ziet binnenkomen. Ja, één man sjoemelt de kamer binnen en tegelijkertijd trekt hij zijn jas uit en ontknoopt zijn stropdas. Je bent zo dichtbij het raam dat je er direct voor zweeft en je het hele tafereel kan waarnemen en zelfs zo dichtbij ben je, dat je vanuit de ogen van de man de wereld ziet. Je ontknoopt je bovenste knoopjes van je blouse en gaat je jas gereedmaken om te gooien op de bank. Je gebruikt al je kracht en smijt het gericht op de leuning ervan. Maar al deze kracht zorgt ervoor dat je je evenwicht verliest en je struikelt naar achter in je met glazen omringde ruimte. Je valt. Je valt niet zomaar. Alles gaat zo enorm snel, waardoor je pas na je gestruikel merkt waar je bent. Je bent gevallen door je raam heen en valt nu met grote snelheid van het gebouw af met je rug naar de aarde onder je: die lijkt nu nog een paar honderd meter onder je, maar snel besef je dat deze komt steeds sneller naar je toe.
Tijdens je val sluit je je ogen. In dit moment van totale paniek en adrenaline, ervaar je je val als een soort LSD-Trip. Willekeurige zaken rukken voorbij je gedachte: het geluid van een passerende trein dat je als kind vaak aanhoorde in je huis langs het spoor, het vervelende hondje van de onderbuurvrouw en ook hoe je verstoppertje speelde met fantasiedieren in je kinderdromen. De spanning, adrenaline en paniek wordt steeds hoger en hoger. Tot je plots je ogen opent.
Eigenlijk besef je hoe mooi het is om dit mee te maken. Zo vallend in de koele lucht. Hoe prachtig en ontspannen het eruit ziet dat de wolkenkrabber steeds langer wordt en uit de grond lijkt te springen. Je raakt gekalmeerd. Maar wacht eens even! Deze val lijkt je fataal te worden! De spanning stijgt. En stijgt. Je bent niet meer gekalmeerd en zelfs de vogels om je heen zien hoe erg je eraan toe bent.
Je sluit je ogen weer. Rust. Enkel het geluid van het geruis van de wind langs je oren lijkt je te sussen. Je hart bonst, maar je ervaart de drama en je verdoemenis als geaccepteerd. Er zit niks anders op dan maar te wachten. Te wachten tot de ware stilte. En die komt: plof.
Je stapt weer uit de ogen van de man die je volgde. Je zweeft weer omhoog en ziet het lichaam van de man stilliggen op de grond. Er verzamelt een menigte rondom zijn lijf, maar jij zweeft steeds weer omhoog en die menigte wordt kleiner en kleiner. Je zweeft weer terug naar de haven. De haven van New York komt weer dichterbij je en de wolkenkrabbers verlaat je. Je bent terug bij het gejoel van de havenarbeiders en de machinale geluiden denderen weer in je oren. Je gaat weer terug de hemel in en de vele Gezichten van de Haven en de stad van New York blijven bestaan.
Het is goed zo.
Kunstwerk: Gezicht op de haven van New York
Kunstenaar: Frederick Franck
Volledige werk en audio gecomponeerd door moi. So every instrument en geluidje that je hoort is made by me alone.
Ik was wat aan het bladeren door de werken in de online collectie van het Bonnefanten Museum en kwam toen plots hét werk tegen: Gezicht op de haven van New York door Frederick Franck. Tijdens het bestuderen van de schilderkunst kreeg ik al hele verhalen in mijn hoofd om om te zetten naar muziek. Daarvan heb ik er een gekozen en verwerkt tot een muzikaal kakofonie en compilatie. Het gaat als volgt:
Je nadert vanuit de hemel de prachtige stad New York. Het valt op dat je tijdens het dalen uit de lucht steeds dichter bij de grote haven van het metropool komt. Steeds luider hoor je het gejoel van de mensen en de arbeiders en het machinale getetter van de gereedschappen. Je zweeft door de kranen heen recht langs de schepen over het water, waarna je hoger gaat zweven. Je ziet dat er achter de haven de rest van de stad zich beweegt en de enorme wolkenkrabbers en kantoren de skyline ervan vormen. Steeds sneller vlieg je de haven uit en ga je rechtdoor naar een van de wolkenkrabbers. De glazen van de wolkenkrabbers transformeren van spiegels naar doorzichtige ramen. Je ziet steeds beter wat er zich achter de ramen afspeelt op iedere verdieping: duizenden verhalen van duizenden personen, maar een trekt je aandacht. Je besluit naar dat ene raam te gaan op de bovenste verdieping. Duidelijker wordt het dat je een man de ruimte achter het raam ziet binnenkomen. Ja, één man sjoemelt de kamer binnen en tegelijkertijd trekt hij zijn jas uit en ontknoopt zijn stropdas. Je bent zo dichtbij het raam dat je er direct voor zweeft en je het hele tafereel kan waarnemen en zelfs zo dichtbij ben je, dat je vanuit de ogen van de man de wereld ziet. Je ontknoopt je bovenste knoopjes van je blouse en gaat je jas gereedmaken om te gooien op de bank. Je gebruikt al je kracht en smijt het gericht op de leuning ervan. Maar al deze kracht zorgt ervoor dat je je evenwicht verliest en je struikelt naar achter in je met glazen omringde ruimte. Je valt. Je valt niet zomaar. Alles gaat zo enorm snel, waardoor je pas na je gestruikel merkt waar je bent. Je bent gevallen door je raam heen en valt nu met grote snelheid van het gebouw af met je rug naar de aarde onder je: die lijkt nu nog een paar honderd meter onder je, maar snel besef je dat deze komt steeds sneller naar je toe.
Tijdens je val sluit je je ogen. In dit moment van totale paniek en adrenaline, ervaar je je val als een soort LSD-Trip. Willekeurige zaken rukken voorbij je gedachte: het geluid van een passerende trein dat je als kind vaak aanhoorde in je huis langs het spoor, het vervelende hondje van de onderbuurvrouw en ook hoe je verstoppertje speelde met fantasiedieren in je kinderdromen. De spanning, adrenaline en paniek wordt steeds hoger en hoger. Tot je plots je ogen opent.
Eigenlijk besef je hoe mooi het is om dit mee te maken. Zo vallend in de koele lucht. Hoe prachtig en ontspannen het eruit ziet dat de wolkenkrabber steeds langer wordt en uit de grond lijkt te springen. Je raakt gekalmeerd. Maar wacht eens even! Deze val lijkt je fataal te worden! De spanning stijgt. En stijgt. Je bent niet meer gekalmeerd en zelfs de vogels om je heen zien hoe erg je eraan toe bent.
Je sluit je ogen weer. Rust. Enkel het geluid van het geruis van de wind langs je oren lijkt je te sussen. Je hart bonst, maar je ervaart de drama en je verdoemenis als geaccepteerd. Er zit niks anders op dan maar te wachten. Te wachten tot de ware stilte. En die komt: plof.
Je stapt weer uit de ogen van de man die je volgde. Je zweeft weer omhoog en ziet het lichaam van de man stilliggen op de grond. Er verzamelt een menigte rondom zijn lijf, maar jij zweeft steeds weer omhoog en die menigte wordt kleiner en kleiner. Je zweeft weer terug naar de haven. De haven van New York komt weer dichterbij je en de wolkenkrabbers verlaat je. Je bent terug bij het gejoel van de havenarbeiders en de machinale geluiden denderen weer in je oren. Je gaat weer terug de hemel in en de vele Gezichten van de Haven en de stad van New York blijven bestaan.
Het is goed zo.
Links van de artiest: Instagram